Maartje Wortel – IJstijd

Is het goed of slecht om een boek heel snel uit te lezen? Ik ben er nog niet over uit. Als je een boek in één ruk uitleest bespaar je tijd, tijd die je zou kunnen gebruiken om andere mooie boeken te lezen, bijvoorbeeld. Dat is winst, toch? Maar wat als je zo’n boek oppervlakkig leest, erdoorheen snelt om er zo vlug mogelijk mee klaar te zijn; dat kan niet goed zijn. Je mist nuances, taalvondsten waar een auteur misschien wel een week op geploeterd heeft. Zonde eigenlijk, en bovendien een belediging van al het schrijfwerk. (Niet dat de auteur dit merkt, maar toch)

Ik had me aangemeld voor de Das Mag leesclubavond met Maartje Wortel, ter gelegenheid van haar nieuwe boek IJstijd. Het boek zou pas een paar dagen later verschijnen, maar wij kregen ruim van tevoren een proefdruk toegestuurd (een uitgeprint pak papier dus), zodat we het voor die tijd konden lezen. Een grote luxe, maar ook een dilemma. Hoe plan je zoiets? Begin je op tijd, zodat je rustig en aandachtig kunt lezen, met het risico dat het boek weer wegzakt in je geheugen, of stel je het zo lang mogelijk uit zodat alles nog vers is tijdens de leesclubavond?

Het werd het laatste, het probeer-het-boek-in-één-ruk-uit-te-lezen-concept dus en dat lukte aardig. Het boek leent zich daar goed voor. Het leest, zoals altijd bij Maartje Wortel, vlot weg. Haar taal is onopgesmukt en droog, met een juiste dosis humor. Het leven is niet iets om zwaar aan te tillen, maar om je over te verbazen. Wortel stipt de alledaagse absurditeit graag aan. Een gek zooitje zijn we bij elkaar, maar we doen ons best. Ik kan hier gemakkelijk en met plezier in meegaan. Er spreekt een soort milde ironie uit die je wel vaker tegenkomt bij hedendaagse jonge schrijvers (zie bijvoorbeeld Joost de Vries en Philip Huff). Hier wordt geen zware literatuur bedreven, dat is toch al eens gedaan.

Een jonge Nederlander heeft alles en kan alles doen wat hij of zij wil. De hoofdpersoon en verteller in IJstijd, James Dillard, belichaamt deze gedachte. Hij is een jonge, blanke, heteroseksuele man met veel geld. Beter kunnen we het niet maken. Maar wat kan je verlangen van het leven als je alles al hebt? Liefde, lijkt het antwoord in IJstijd, dat opent als James zijn grote liefde Marie kwijt is. Marie daagde hem uit, gaf zijn leven zin, maar wanneer James toestemt om haar droomwens in vervulling te laten gaan – samen op een onbewoond eiland – gaat het mis. Zijn liefdesverdriet wordt echter onderbroken als een uitgever hem belt met de vraag of hij een boek wil schrijven. Een interessante vraag, zeker aan iemand die nog nooit wat heeft geschreven.

Tijdens de leesclubavond bleek hoeveel sommige lezers uit het boek wisten te halen. Terecht benadrukte iemand hoe goed Maartje Wortels zinnen zijn; soms grappig, soms filosofisch, soms prettig bizar, vaak het onderstrepen waard. Toch heb ik twijfels bij het boek als geheel. Waar gaat het heen? Verandert er iets? Kantelt er iets? Lastige vragen met dit boek in je hand. Las ik het dan te snel? Dat lijkt me niet. IJstijd lijkt gemaakt voor een vlotte lezing, dus dat moet het ook aankunnen. Maar het is te glad, er blijft niks haken. Het is allemaal wel erg herkenbaar – het speelt nota bene grotendeels in Amsterdam-Oost – en van deze tijd. Jonge mensen zouden hier wat in moeten zien, maar waarom doet het mij dan zo weinig? Ik worstel hiermee. Misschien dat verdere ontwikkelingen in het schrijverschap van Maartje Wortel meer duidelijkheid zullen verschaffen.

Maartje Wortel – IJstijd
De Bezige Bij, 2014
235 pagina’s

Facebooktwitterlinkedinmail

Leave a Reply